Freijtag-orgel OOstwold

"Dit Orgel, ’t welk in netheid en sierlykheid boven andere uitmunt (...)."


De kerkvoogd: Henricus Sparringa (1741-1812)

Op de cartouche voor het orgel zijn de namen te lezen van de twee kerkvoogden die in 1809-1811 betrokken waren bij de bouw van het orgel van Oostwold. Eén van hen heette Henricus Sparringa.

 

Genealogisch onderzoek naar deze persoon levert een opvallende verwantschap op met een hele reeks achttiende eeuwse predikanten uit (de omgeving van) Oostwold.

 

Henricus Sparringa (1741-1812) was de zoon van Uco Sparringa en Catharina Sijpkens. Hij werd geboren in 1741 en op 5 februari van dat jaar gedoopt in de kerk van Oostwold. Er zijn met zekerheid 7 broers en zusters van Henricus te traceren, maar een aantal van hen bereikte niet de volwassen leeftijd.

 

Aan moeders kant van de familie was Henricus verwant met Johannes Klugkist die tussen 1734 en 1765 predikant in Oostwold was. Diens echtgenote Aaltje Sijpkens (1697-1762) was de weduwe van Tiddo Siertsema (1696-1729). Aaltje Sijpkens was een zus van Henricus’ moeder Catharina en dus een tante van Hendrikus.

 

Eenzoon uit Aaltje Sijpkens' eerste huwelijk, Johannes Siertsema (1724-1808), was tussen 1754 en 1806 predikant in Nieuwolda. Hij was eerst getrouwd met Anna Margaretha Sparringa (1727-1752), een nicht van Henricus Sparringa.

 

Siertsema is echter drie keer getrouwd geweest. In zijn derde huwelijk was hij ook weer getrouwd met een nicht van Henricus, maar nu met één van zijn moeders kant: Margaretha Sijpkens (1738-1820).

Johannes' zoon Tiddo Waldrik Siertsema (1752-1842) (uit diens eerste huwelijk) werd in 1789 aangesteld als predikant in Eexta en bleef dat tot 1819. Zijn zoon Lodewijk Hendrik Siertsema (1786-1840) werd in 1821 kerkvoogd in Oostwold. Lodewijk Hendrik was van 1811-1812 maire (burgemeester) van Oostwold. Lodewijk Hendriks grootmoeder was, zoals uit voorgaande kan worden afgeleid, een nicht van Henricus Sparringa.

 

Ook de voorganger van Siertsema junior in Eexta, Johannes Sijlman, was via zijn vrouw Metdijna Siertsema verwant met Henricus Sparringa. Zij was een zuster van Johannes Siertsema en een nicht van Henricus Sparringa.

 

Tenslotte was er nog Gerard Jan van Hasselt, van 1777 tot 1802 predikant in Midwolda. Hij was getrouwd met Etdina Harmanna Sijpkens en zij was weer een zus van Margaretha Sijpkens (en dus ook een volle nicht van Henricus Sparringa).

Lodewijk Hendrik Siertsema


Ook via zijn vaders kant was Henricus familie van meerdere predikanten. Eén daarvan was Fredericus Sparringa. Deze oom van Henricus had van 1715 tot 1722 in Oostwold gestaan; daarna was hij tot zijn dood in 1747 predikant in Eexta. Henricus Sparringa trouwde op 22 september 1769 met Anna Elisabeth Wichers (1737-1826). Ze was de dochter van de Raadsheer en Secretaris van de Groningen Louis Wichers (1710-1776) en Elisabeth Helena Gruys (1713-1795). Anna Elisabeths oudste zus was getrouwd met Theodorus Lubbers, die gedurende korte tijd (1765-1767) predikant was te Scheemda en later hoogleraar in de godgeleerdheid aan de universiteit van Groningen werd. Henricus Sparringa zelf was gedurende zijn leven Secretaris, Ontvanger en Fiscaal van het Termunter Zijlvest en speelde als gezworene tussen 1782 en 1787 een rol in het stadsbestuur van de stad Groningen. En hij was dus kerkvoogd inOostwold vanaf 1773. Hij vervulde deze functie eerst samen met Wiardus Siccama (1713-1797), burgemeester van de stad Groningen en bewoner van de Ennemaborg in Midwolda. Toen Sparringa in 1773 aantrad, kreeg hij gelijk een belangrijke taak. Hij was namelijk degene 'op wien als de jongste sijnde de administratie is overgegaan'. Vanaf 1798 was Sparringa samen met Jan Willems Roemeling kerkvoogd. Sparringa overleed op 22 november 1812 in Groningen.

Zijn heengaan werd door zijn weduwe bekendgemaakt in het Advertentieblad, bekendmakingen en onderscheidene berigten van Groningen, maar ook in het Staatkundig dagblad van het Departement der Zuiderzee.